Twee agenten zijn door de rechtbank Midden-Nederland vrijgesproken van mishandeling. De twee mannen, een hondengeleider en een ME’er, gebruikten tijdens een demonstratie in 2021 op het Malieveld in Den Haag geweld bij de aanhouding van één van de demonstranten. De rechtbank concludeert dat het toegepaste geweld rechtmatig was.
Demonstratie
Op 14 maart 2021 vond op het Malieveld in Den Haag een demonstratie plaats. Die demonstratie richtte zich onder meer tegen de maatregelen die de overheid sinds het uitbreken van de coronapandemie in maart 2020 had genomen. Ook tijdens de demonstratie mocht maar een maximaal aantal mensen samenkomen. Toen dat aantal werd overschreden, gaf de burgemeester van Den Haag een noodbevel af: de demonstratie moest beëindigd worden. In plaats van dat de demonstranten vertrokken, kwamen er juist steeds meer mensen en de sfeer werd grimmiger. Er werd onder andere met stenen en vuurwerk richting de politie gegooid. De politie waarschuwde meerdere keren dat geweld gebruikt zou worden als men zou blijven, maar ook daar werd geen gehoor aangegeven. Vanaf dat moment kregen ook de aanwezige ME en hondengeleiders de opdracht om op te treden.
Politie-inzet
Eén van de demonstranten, de aangever in deze zaak, weigerde ook om het Malieveld te verlaten. Op beelden is te zien hoe hij met een startkabel zwaait en naar agenten schreeuwt. Meerdere agenten verklaarden achteraf dat de man hen al eerder opviel en dat hij agressief en gevaarlijk overkwam. Op een gegeven moment gooide de man de startkabel in de richting van een agent en rende naar hem toe. De hondengeleider, één van de verdachten, zag dit gebeuren en wilde zijn collega helpen. Toen hij de man wilde aanhouden, met inzet van de hond, viel die op de grond. De man verzette zich vervolgens door de bek en de oren van de hond vast te pakken en het hoofd van het dier heen en weer te bewegen. De hondengeleider sloeg vervolgens een paar keer met zijn wapenstok. Een ME’er, de andere verdachte in deze zaak, kwam zijn collega assisteren en sloeg de man ook een paar keer.
Omdat de man op dat moment nog steeds niet rustig was en een slaande beweging richting de hond maakte, liet de hondengeleider de hond in het been van de man bijten. De hond werd door de man opnieuw bij zijn kop gepakt. Zowel de hondengeleider als de ME’er sloegen nog een paar keer met hun wapenstok, met als doel dat de man de hond los zou laten.
Vrijspraak
De rechtbank realiseert zich dat de aanhouding voor de aangever heftig was. Maar hij had de mogelijkheid om weg te gaan, zoals ook meerdere keren luid en duidelijk werd gevorderd. In plaats daarvan zocht hij de confrontatie en gebruikte hij geweld tegen de politie. De hondengeleider en de ME’er konden niet weg. Van hen wordt immers verwacht dat zij in een situatie zoals deze juist optreden en actie ondernemen. De rechtbank is van mening dat zij dat, gegeven de omstandigheden, op rechtmatige wijze hebben gedaan. De rechtbank heeft het bewuste moment vanaf veel verschillende gezichtspunten kunnen bekijken. Zo zijn er veel beelden, waaronder filmpjes van omstanders, én van de bodycam die de hondengeleider zelf droeg. Daarnaast zijn er veel getuigenverklaringen. De rechtbank toetst ook de zogenoemde subjectieve beleving van de hondengeleider en de ME’er. Met andere woorden: waren zij in het heetst van de strijd terecht in de veronderstelling dat de demonstrant agressief en gevaarlijk was en dat hun manier van ingrijpen nodig was voor de aanhouding. De rechtbank komt tot de conclusie dat dit zo is. Die subjectieve beleving in combinatie met de objectieve feiten, zoals het beeldmateriaal en getuigenverklaringen, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat beide mannen moeten worden vrijgesproken van mishandeling. Ze hebben rechtmatig, binnen de kaders van de geweldsinstructie gehandeld. De officier van justitie eiste tegen de hondengeleider een taakstraf van 20 uur en wilde dat de ME’er schuldig zou worden bevonden zonder strafoplegging. Maar daar gaat de rechtbank dus niet in mee.