Een man uit Den Haag heeft twee lasten onder dwangsom gekregen: één voor het bezit van softdrugs met als doel dat in de openbare ruimte te verkopen en één voor het bezit van inbrekerswerktuigen. Deze bestuurlijke maatregelen zijn bedoeld om herhaling van de geconstateerde overtredingen in de toekomst te voorkomen.
De politie vond eerder dit jaar een handelshoeveelheid henneptoppen en hasj en voorgedraaide joints in de auto van de man. Ook lag er gereedschap dat kan worden gebruikt om zich onrechtmatig toegang te verschaffen tot een gebouw of erf, waaronder een koevoet, klauwhamer en schroevendraaier. Verder had de man een steekwapen, vier mobiele telefoons en een grote hoeveelheid contant geld bij zich.
Beperken criminele bewegingsvrijheid
De handel in drugs heeft negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en levert een gevaar op voor de openbare orde en veiligheid, door het aantrekken van geweld. De burgemeester en veiligheidspartners willen personen die hierbij betrokken zijn zo min mogelijk criminele bewegingsvrijheid geven.
De hoogte van de dwangsom voor het bezit van softdrugs met als doel dat te verkopen, bedraagt
€ 5.000 per geconstateerde overtreding, met een maximum van € 20.000. De hoogte van de dwangsom voor het bezit van inbrekerswerktuigen bedraagt € 2.500 per geconstateerde overtreding, met een maximum van €10.000. Als de man de overtredingen opnieuw begaat, moet hij de genoemde bedragen betalen. Na het bereiken van de maximumbedragen, kan de burgemeester een nieuwe, hogere last opleggen.
De bestuurlijke maatregelen staan los van eventuele strafrechtelijke vervolging.